Wat ging vooraf aan de praktijk van alle dag met de BBtjes?
Zoals bij de openingspost al te lezen was waren de automaten het meest succesvol maar daarmee waren het niet de beste van de reeks. Dat vraagt om een (uitgebreide) toelichting.
Eind jaren veertig was het principe van een koppeling wel redelijk goed uitgewerkt. Wie met versnellingen werkte kon makkelijk op weg. Maar wat te doen als je de koppeling automatisch wil hebben? Daar lag nog wel wat ontwikkelingswerk in het verschiet. Toen Peugeot zich ook in de opkomende 'rijwiel met hulpmotor' markt stortte was er eigenlijk compleet geen kennis voor handen op dit gebied. De start kwam niet vanuit de auto divisie maar vanuit de fiets divisie. Natuurlijk konden die wel een keurig en stevig rijwielgedeelte ontwerpen maar een motortje was natuurlijk andere koek.
In het begin van de periode rijwiel met hulpmotor was de keus uit een naafaandrijving, kettingaandrijving en rol aandrijving. Voor al deze opties werd geëxperimenteerd met zowel voor- als achterwiel aandrijving. Peugeot ging niet over één nacht ijs en koos uiteindelijk voor een rolaandrijving op het achterwiel. Het blokje was goed doordacht en degelijk ontworpen. Alleen….
Het werd snel duidelijk dat dit aan de toppen van de kennis zat van de fiets divisie. Er moest wat gebeuren omdat de mondiale ontwikkeling al snel van rijwiel met hulpmotor naar echte brommer ging.
Nu kan je daarvoor speciaal mensen aantrekken of je laat mensen intern opleiden. Peugeot koos echter voor een andere oplossing: ze namen gewoon andere bedrijven over die de kennis wel in handen hadden. De belangrijkste hiervan was Terrot. De naam Terrot bleef bestaan tot 1961 en daarna verdween het door overname door Compagnie Générale des Moteurs, onderdeel van Peugeot. Terrot had flink naam gemaakt in de motorfietswereld en met de overname verzekerde Peugeot zich van de benodigde kennis.
Nu stappen we terug naar die automatische koppeling.
Er waren diverse oplossingen bedacht maar eigenlijk werkte er nog geen een zoals we nu gewend zijn. Op een moderne brommer maar ook op een oude draai je het gas open en de brommer gaat vooruit. Dat is al zo sinds de jaren zestig. Begin jaren vijftig is dat nog niet zo. Er zijn filmpjes op internet waarbij verkeer begin jaren vijftig toont dat hele groepen bromfietsende forensen bij ieder stoplicht flink meefietsen om op gang te komen.
Wie begin jaren vijftig niet hoefde mee te trappen had met grote waarschijnlijkheid een toen nog zeldzame schakelbrommer.
Voor Peugeot ging het niet anders. Met de BB automaten kwam een automatische koppeling die werkt met ingesloten metaalpoeder in een platte cilinder. De Centri koppeling. Nadeel van dit principe was dat de poeder gevulde cilinder pas werkte als dit door centrifugaal krachten naar de buitenzijde werd geslingerd. En daarvoor moest de cilinder met extenders die vastzat aan de aandrijving dus ronddraaien en dat betekende dus op gang fietsen. Een snelheid van zo’n vijf kilometer per uur was noodzakelijk en dat was dus nodig na iedere stop.
In die tijd hadden eigenlijk alle brommerfabrikanten hetzelfde probleem dus echt een nadeel was het (nog) niet. Halverwege de jaren vijftig kreeg men het probleem onder controle en ontwikkelde de bromfietswereld zich steeds verder. Peugeot besloot echter dat de door hen gekoesterde oplossing in de vorm van de Centri koppeling nog prima mee kon. De mensen die toe waren aan een nieuwe brommer hadden echter andere ideeën. Men wilde een brommer die niet eerst op gang moest worden getrapt. Dit resulteerde in sterk teruglopende verkoopcijfers met als dieptepunt 1963. Dit was ook het jaar dat de nieuwe reeksen werden ontworpen. De laatste ronde BB’s waren ook met nieuwe koppeling bijna niet te verkopen hoewel de koppeling eigenlijk het enige minpunt was en er met een nieuw koppeling een dijk van een brommer was ontstaan die de concurrentie ruim het hoofd kon bieden.
De nieuwe koppeling werkte ook op centrifugaal krachten maar nu werden vanaf de krukas ingesloten kogels gebruikt. Nu was het niet meer nodig om mee te fietsen en daarmee was ook het succes van de C-, L- en R- reeks gewaarborgd.
de poederkoppeling
de kogelkoppeling
Het aanvankelijke succes van de BB's was dus tanende eind jaren vijftig om zelfs dramatisch te worden begin jaren zestig.
De schakel BB's waren minder succesvol omdat ze alleen kwamen in de meest luxe en dus dure uitvoeringen. De meeste forensen wilden niet zo veel betalen voor een rommer die voornamelijk gebruikt werd om te forensen. In veel gevallen zal het niet alleen een 'niet willen' maar vooral ook een 'niet kunnen betalen' kwestie zijn geweest. Zo was het mogelijk dat de minsten van de reeks, de automaten, toch het meest succesvol bleken.