Daar moet men ook weer niet te veel van voorstellen want de totale verkoop aantallen van snorfietsen stopte in 1977 met zo'n 1300 stuks. Dit verdeeld over de zes leverbare modellen (Batavus City, Sparta Funny, Sparta Happy, Solex 5000, Peugeot 101 snorfiets en Peugeot GL10) maakt dat het geen indrukwekkende aantallen waren. Van de 101 werden er in 1977 ongeveer 600 verkocht wat goed was voor bijna de helft van het marktaandeel.
Hoe kwam die 101 snorfiets nu tot stand?
De luxe GL10 was al een bestaand model van Peugeot wat relatief makkelijk kon worden aangepast voor Nederland Zie HIER. De 101 behoefde meer werk en was daardoor ook een grotere investering van Peugeot.
Peugeot had al een model met kleinere wielen in het goedkope programma van de 101/102 reeks. Dit was de 102 NMT, ook wel de 102 mini genoemd. Deze brommer had 14 inch wielen en die waren dus te groot voor de Nederlandse regels. De belangrijkste daarvan waren deze:
* 20 km/h max.
* 50 kilo max.
* 1 paardenkracht max.
* doorstapframe
* 12 inch-wielen max.
* geluid 3DB onder brommer norm
De aanpassingen waren in aantal best aanzienlijk. Allereerst natuurlijk kleinere wieltjes. Twee inch kleiner lijkt niet veel maar de spatborden van de NMT waren al ruim voor de 14 inch wielen omdat ze eigenlijk waren ontworpen voor de 16 inch wielen van de reguliere 101/102 MR/MT.
Door gebruik te maken van 12 inch wieltjes met smalle bandjes konden de spatborden van de GL10 worden gebruik, die laatste stond op 10 inch wieltjes met grote, dikke banden. Vooraan was dat makkelijk opgelost en achter ontstond dus een loze ruimte tussen tankje en spatbord. Geen probleem want het was niet te zien van buitenaf. Die 12 inch wieltjes moesten speciaal voor de Nederlandse markt worden gemaakt.
102 NMT en 101 snorfiets

Daarmee was de snorfiets nog niet klaar want het 101 motortje reed 35km/u en was een halve pk te sterk. Daar moest wat aan gedaan worden.
Tweede probleem was dat de uitlaat nu te laag zat en een stoep oprijden niet meer mogelijk was.
Beide problemen werden gecombineerd opgelost. Er kwam een uitlaat aan de zijkant met een lange dunne (afknijp) pijp naar een dempertje bij het achterwiel. Deze uitlaat was dus ook specifiek een Nederlands onderdeel.
Een derde probleem was de te hoge standaard, daar kwam dus ook een specifieke onder voor dit model.

Als je er nu eentje wilt kopen is het echt van belang dat de originele uitlaat er nog op zit. Eventueel alleen de pijp met een andere demper want de originele demper wil graag roesten. Een universele demper past vaak wel met wat busjes bij de aansluiting maar geeft wel meer geluid.
Het pijpje wil ook wel eens doorslijten onder bij het uitlaatspruitstuk. Dit heeft dan eigenlijk er altijd mee te maken dat dit het laagste punt is en vooral bij hoge schuurdrempels wordt dit als eerste geraakt. Iemand die een lasapparaat heeft plakt dit zo weer dicht.
Een originele uitlaat wordt niet meer gemaakt en zijn ook bijna niet te vinden. Komt er al eens eentje op de markt dan wordt de hoofdprijs gevraagd. Een Vespa uitlaatje kan door een handige Harry ook wel worden aangepast en staat niet eens gek.
Aangepaste uitlaatjes

Bandjes in 12 inch vind je ook niet overal maar gelukkig is de brommer niet kieskeurig, 2.00, 2.25, 2.50, 2.75 en zelfs 3.00 passen op de velgjes. Bij 3.00 wel goed oppassen dat er geen contact is met schroefkoppen aan de binnenkant van de spatborden.
De aanpassingen die nodig waren hadden hun effect op de rijdbaarheid van de machine. In een bocht kan je best de trapper aan de buitenkant van de bocht naar beneden duwen omdat het risico bestaat dat de trapper aan de binnenkant anders de grond raakt met alle gevolgen van dien.
En nog voordat je kan rijden moet je starten. Door de te hoge tegendruk van de uitlaat raakt de spoeling snel in de war en dat maakt de 101 snorfiets tot een wat onwillige starter. Wie er eentje koopt en er regelmatig mee op pad wil is een elektronische 103 ontsteking een welkome aanpassing.